Boom: Groeit sterk. Gesteltakken steilopwaarts, later typerend boogvormig en hangend.
Voldoende vertakt, zijtakken goed bezet met vruchtsporen, stekeltwijgen en vruchttwijgen.
Is vatbaar voor schurft, overigens gezond.
Bloei: Langdurig, weinig vorst- en weersgevoelig. Bloesems aan korthout.
Vrucht:
afmetingen: middel groot tot groot, breed 55-75 mm., hoog 75-95 mm., gewicht 110-190 gram. Soortelijk gewicht 0.99.
vorm van de peer: peer- en breedkegelvormig, midden- tot kelkbuikig, naar de steel versmalt, dikwijls spits eindigend; vruchtenzijden bijna effen ook wel zwak breedkantig, gelijkzijdig.
kelkholte: ondiep, middelwijd, fijngeribd, iets gezwollen, met vleeskralen.
kelk: opzittend, halfopen of open; blaadjes kort, middenlang, smal, hoornachtig, dikwijls samengegroeid aan de basis.
steelholte: meestal afwezig, anders vlak, nauw, dikwijls met ringachtige ongelijke verdikkingen met daarop de typerende dikke steel.
steel: dikke steel, 20-35 mm. lang, bruin, vlezig en meestal rechtop ingeplant.
schil: glad, droog, hard, korrelig, dik en toch ongeschild prima eetbaar.
grondkleur: helder geelachtig groen tot licht-bruinachtig geel.
dekkleur: troebel –oranje tot geelachtig rood, gevlekt met flauwe strepen; stippels (lenticellen geheten) op de schil dicht, klein, roestkleurig, zonder of met glans, gevlekt en zien eruit als rode puntjes.
De beroesting ontbreekt meestal.
vruchtvlees: Geelachtig wit, bijna smeltend, rondom het klokhuis fijnkorrelig, sappig, zoet, iets zuurachtig, meer of minder aromatisch afhankelijk van de zomer.
klokhuis: matig groot. Klokhuis is redelijk dicht bij de kelk geplaatst en rondom iets steenvorming.
Regelmatige hokken met redelijke zaadbezetting.
plukrijp: gehele maand augustus, een echte zomerpeer.
consumptierijp: augustus tot begin september.
Herkomst: U.S.A in 1860 door M.Thaddeus Clapp in Dorchester (Massachusetts) geteeld.
|